Denemarken - Rondje Noord-Jutland

Na 2 jaar fietsen in Nederland gaan we weer naar het buitenland: met de auto naar Viborg in midden-Jutland. Vanaf daar is het de bedoeling een achtje te fietsen: eerst een rondje  Noord-Jutland, vervolgens een rondje Zuid-Jutland.

 

Dag Etappe Afstand (km) Afstand totaal (km)
1

Amsterdam - Viborg

6

6

2

Viborg - Mariager

59

65

3

Mariager - Klattrup

58

123

4

Klattrup - Frederikshavn

79

202

5

Rustdag Frederikshavn

20

222

6

Frederikshavn - Skagen

64

286

7

Skagen - Tversted

41

327

8

Tversted - Lønstrup

57

384

9

Rustdag Lønstrup

4

388

10

Lønstrup - Aalborg

74

462

11

Aalborg - Aars

52

514

12

Aars - Viborg

54

568

13

Zuid-Jutland

 

 

14

Naar Nederland

 

 

 


Dag 1: Amsterdam - Viborg (6 km)

Om 5 uur gaat de wekker, maar dan zijn we al onder de douche vandaan. Alles is al ingepakt, dus na de laatste dingen opruimen nemen we niet al te innig afscheid van de kat, die heel goed aanvoelt dat er iets staat te gebeuren, en rijden we bij zessen weg. Er is geen hond op de weg op deze hemelvaartsdag, dus we kunnen tot bij Bremen maximumsnelheid rijden. Na anderhalf uur pikken we bij de Nederlands-Duitse grens even een cache op met uitzicht op een op de rijbaan lopende reiger, doen een plas en eten een krentenbol. Het is verbazingwekkend hoeveel vrachtwagens er overal op de parkeerplaatsen staan. Tussen Bremen en Hamburg wordt over 72,5 km (Duitse precisie) aan de weg gewerkt, steeds in stukken van zo’n 5-6 km. Het is gewoon een kwestie van rustig 80 achter de rest aan sukkelen. Elke 1½-2 uur houden we een kwartiertje pauze: even plassen, wat eten, wat drinken en de benen en rug strekken. De snelwegen zijn vergeven van de parkeerplaatsen, raststätte en autohöfe, dus dat vormt geen enkel probleem. Na een lunch- en tankstop ten noorden van Hamburg stoppen we nog maar één keer kort voor een cache bij een schattig hunebedje en rijden dan door het wat saaie Noord-Duitse landschap naar Denemarken.

 Om 1 uur passeren we de grens, maar dan is het nog 3 uur rijden naar Viborg, waar we de auto neer willen zetten. Het landschap is even slikken: het hoogste punt van Denemarken ligt ergens rond de 130 meter, maar zoals S. opmerkt: “Daar hebben ze er wel heel veel van…” Kortom, het is nogal heuvelachtig. Dat wordt aanpoten de komende weken, al zullen de klimmen nooit echt lang zijn. Bij Århus gaan we de snelweg af en rijden over een truttenweggetje naar Viborg. De dorpjes zijn klein en nikserig, de snelheid laag na 7 uur lang 130 km/uur te hebben gereden. 

Om even vieren zijn we bij de camping in Viborg. Mooi gelegen, maar vol en dat wordt ons in niet mis te verstane bewoordingen meegedeeld door een ontzettend chagrijnige trut, die ook nog de eerste Deense is die we spreken. Gelukkig ligt er een Danhostel jeugdherberg aan het begin van het weggetje met een aardige eigenaresse, vrije kamers en we mogen ook nog eens de auto de komende weken op het parkeerterrein laten staan. En zo wordt de eerste onplezierige indruk gelukkig meteen weer goedgemaakt. Het pinapparaat weigert, dus we fietsen even de stad in om geld te halen. Viborg ligt schitterend in het zonnetje op een heuvel aan maar liefst twee meren. Het is even een klimmetje, maar daar krijg je dan wel geld, een cache bij de Dom en een cola op een terrasje bij een schitterend parkje voor terug. Terug bij de jeugdherberg laden we de auto uit, koken in de prima geoutilleerde keuken, eten in het zonnetje en daarna is het tijd voor mij om te gaan slapen: ik ben zo moe van het rijden dat ik niet echt gezellig meer ben.

 

Terug naar het begin


Dag 2: Viborg - Mariager (59 km)

Elf uur geslapen, dan ziet de wereld er toch echt heel anders uit. We ontbijten buiten in het zonnetje met cruesli met sojavla en wat sap. Om half 9 zijn we klaar om te vertrekken: de fietsen zijn opgeladen, de kamer schoongemaakt en de sleutel ingeleverd. Tot over 10 dagen! Het eerste stukje tot aan de brug naar Viborg kennen we al van gisteren, daarna volgt een mooi stukje langs de Nørresø (het noordmeer). En meteen maken we kennis met het thema van de dag: heuvels. Niet hoog, niet echt steil, maar vooral heel veel: het is zelden echt vlak. Het maakt het landschap wel afwisselend, want het uitzicht verandert steeds. Veel velden met koolzaad, graan, koeien, meertjes ertussen en belachelijk kleine dorpjes. En dat alles tegen een strakblauwe lucht met kwinkelerende leeuweriken (die door S. al snel worden omgedoopt tot “schreeuweriken”) die heel hard wapperen met hun vleugeltjes als ze vliegen terwijl hun staartje helemaal stil hangt.

Er zitten een aantal onverharde stukken in de route en die bekomen me slecht: het is grof gravel en de ondergrond is zanderig, waarschijnlijk omdat ze hier ook een heel droog voorjaar hebben gehad. Dus de eerste keer raak ik in een slip als er plotseling een stuk zand opdoemt en plof met fiets en al in het gras aan de kant van de weg. Dankzij de keeperservaring geen blessures, maar toch… Ook daarna levert het gravel een aantal keren flinke krampaanvallen in de hamstrings op. Na een stuk door een bos dat me erg aan fietsen in Finland (2003) doet denken dalen we af naar Klejtrup, waar ze de hele wereld in miniatuur in de lokale Sø nagebouwd hebben. Leuk voor kinderen, maar wij vinden de toegangsprijs van 65 DK (€ 8,50) toch wat gortig. We moeten nog aan de Deense prijzen wennen. Dus drinken we een paar flesjes leeg, eten een banaan en liggen uit te hijgen.

Fietspad door de Onsild A

Op naar Fyrkat, 15 km verderop en te bereiken via een steile mulle grindweg ( op de heenweg naar beneden) die ook nog prachtig door een klein riviertje met ijskoud water –de Onsild Å- loopt. Alvorens Fyrkat te gaan bezichtigen eten we eerst onze boterhammen op gezeten op de alom aanwezige picknickbanken. Wat dat betreft is Denemarken net zo truttig overgeorganiseerd als Nederland. Fyrkat bereik je via de binnenplaats van een oude watermolen, waarna je een heuveltje oploopt en uitkomt bij een nagebouwd Vikinghuis. Het ziet eruit als een soort omgekeerd schip, gesteund door rechtopstaande planken en balken. Er lopen 2 schapen en 2 geiten rond, waarlangs we naar het eigenlijke Fyrkat lopen: een omwalde vesting in de vorm van een cirkel met daarin vier kwadranten voor vier huizen. Er staan alleen nog wat paaltjes en stenen die aangeven waar de huizen stonden en het is inmiddels smoorheet, dus snel terug naar de fietsen voor wat verkoelende rijwind.

Heuvel op naar de hoofdroute schiet mijn hamstring in een werkelijk krijsende kramp, dus mag S. mijn fiets de gravelhelling opduwen terwijl ik in de schaduw zit te janken van de pijn. Maar op de één of andere manier gaat het ook elke keer weer over. Na een flinke afdaling belanden we aan de Glenstrøp Sø, die prachtig in het zonnetje ligt te glinsteren. Net voor Brødløs (brodeloos???), aan het eind van het meer, moeten we naar links, meteen een steile helling op. Het voordeel van zo’n helling is wel dat je meteen op de hoogvlakte bent en daarna redelijk vlak fietst. Aan het begin van Mariager komen we een supermarkt tegen en doen meteen maar inkopen. De piepers hadden we af moeten wegen maar het apparaat staat zo verdekt opgesteld dat pas de derde Deense klant het kan vinden. En ondertussen staat iedereen rustig te wachten bij de kassa…

De camping, gelegen aan de Mariagerfjord, is bijna vol, maar we worden deze keer niet afgeblaft, krijgen een plekje en vallen helemaal versleten in een klein stukje schaduw neer op het gras. Na het opzetten van de tent gaan we douchen en wassen. Voor 2 DK krijg je 1½ minuut warm water en we hebben maar 2 munten, dus dat wordt het wereldrecord haren wassen. En dan hangt de was te wapperen, terwijl ik in de schaduw mijn dagboek zit bij te werken. Om even zessen gaan we koken: Denen eten over het algemeen vroeg, dus we slaan geen raar figuur. Ook hier is een keuken, dus we sparen gas uit en maken een prut van broccoliroosjes, aardappelblokjes en stukjes varkenskotelet met kerrie. Na het eten staat er een rij bij de afwas, dus eerst maar eens bij de tent in de avondzon de route voor morgen doornemen. Het is nog steeds 25 graden en de zware, wat rottende lucht van de fjord hangt te dampen boven de camping. Als we om een uur of half 9 afgewassen hebben kijken we nog even naar de “gesprekken” van twee dove Nederlandse fietsers tegenover ons alvorens de tent in te duiken.

 

Terug naar het begin


Dag 3: Mariager - Klattrup (58 km)

Oeps, het is half 8! Dus S. richting de warme broodjes gejaagd en zelf iets rustiger opgestaan. Na 2 heerlijke verse broodjes en met z’n tweeën meer dan een liter sap gaan we opbreken en inpakken. Om kwart voor 9 zitten we op de fiets, eerst maar eens geld pinnen want het gaat hard hier. Na een kinderhoofdjesstraat komen we op een plein waar we naar rechts moeten, maar welke van de twee? Ook onze dove medefietsers weten het niet. Navraag leert dat we de tweede moeten hebben en die gaat “steil omhoog”. Nou, dat kan je wel zeggen! Echt lekker gaat het niet op de vroege morgen, maar ik word aangemoedigd door een Deense die haar fiets staat te bepakken en monter zegt: “Ja, je dacht dat Denemarken vlak was, hè?” En dan ben je eindelijk boven en moet je nog verder omhoog, naar de grootste grafheuvel van Denemarken: Hohøj. Maar het uitzicht vergoedt veel, er grazen schattige runderen en er ligt ook nog een cache. Voorzichtig dalen we over het grindpad weer af met hevig piepende remmen en dan een paar snelle afdalingen met zo af en toe wat niet al te onoverkomelijke klimmen. In Assens kopen we bij de Spar 2 blikjes cola, die we na leegdrinken meteen weer inleveren voor 1 DK per stuk. Statiegeld op blikjes is nog niet zo’n slecht idee.

Velden vol koolzaadNa nog wat klimmen, maar vooral dalen staan we weer aan de Mariagerfjord, nu bij Hadsund. De fjord stinkt hier beduidend minder, water en lucht zijn strakblauw en we moeten even wachten voor de open brug. Het is zaterdag en we weten nog niet hoe de openingstijden van de winkels werken, dus bij een Fakta knutselen we twee alternatieve warme maaltijden bij elkaar. Na Hadsund verandert het landschap radicaal: veel minder heuvels, lager ook, en veel grotere weiden en akkers. Veel graan, koolzaad, gras en zo af en toe wat bos. We volgen een fietspad over een “banestien”, een oude spoorbaan die meestal iets verhoogd in het landschap ligt. Voordelen: autovrij, niet te snel stijgen en dalen. Nadelen: ontzettend irritante fietshekjes en veel kuiltjes, die klein doch diep zijn. Als we in de schaduw aan de kant van de weg zitten te lunchen komt er een vader met twee dochtertjes langsfietsen: hij heeft de meeste kampeerspullen, maar allebei de meiden (zeker niet ouder dan een jaar of acht) hebben ook bagage: een tasje, een matje en een fietsmand vol poppen. Schattig…

Vanaf Kongerslev rijden we door Lille Vildmose, een veengebied met lange, rechte, warme wegen, dat S. aan Texel doet denken en mij aan Emmercompascuum. Om half 4 rollen we camping Dokkedal in Klattrup op. Ook dit is een Elitecamping, wat wil zeggen mooi sanitair en heel veel (sta)caravans met net te weinig plaats vanwege de enorme voortenten en mensen die de hele dag alleen maar wat zitten te ouwehoeren. Normaliter niets voor ons, maar het is maar voor één nacht.

Tent opzetten, inrichten, douchen, wassen, ijsje kopen en dan in het zonnetje dagboek bijwerken en lezen. Even over zessen gaan we koken. Na alles gesneden te hebben draaien we een Mexicaans getinte pasta in elkaar. Na bijna 60 km fietsen is alles lekker… Deense 7-up met een onuitsprekelijke naam erbij en ondertussen genieten van de lucht van de perfect gemarineerde kip op de barbecue van onze buren. Na alles afgewassen en het grootste deel van de spullen ingepakt te hebben duiken we tent in.

 

Terug naar het begin


Dag 4: Klattrup - Frederikshavn (79 km)

Het wordt ’s nachts flink koud: pal bij zee koelt het begin juni nog goed af. Maar als het zonnetje eenmaal begint te schijnen schiet de temperatuur omhoog, al werkt de lucht wel meer dan de afgelopen dagen. Om half 8 zitten we met de broodjes bij de tent en om half 9 zitten we ingesmeerd en wel op de fiets. Eerst maar eens de 8 kilometer naar het veer van Hals. We rollen er zo op en betalen 36 DK (5 €) aan een veerman die onder de stoere tatoeages zit voor een tochtje van 5 minuten. We kijken wat rond op de schans van Hals, waar in het verleden flink gestreden is, want wie Hals heeft, heeft de toegang tot de fjord/rak/sund die Jutland effectief in tweeën deelt. Het landschap wordt nu echt anders: vlak, met steeds de zee aan onze rechterhand (wat zorgt voor een fris zeebriesje waar je wel ongemerkt van verbrandt). Er staan hier ook heel veel vakantiehuisjes keurig in het gelid, waar de mensen zitten te ontbijten terwijl wij de eerste 15 kilometers al onder de bandjes hebben. Er loopt hier een doorgaande weg tot aan Frederikshavn, maar gelukkig hebben we meestal rustige parallelweggetjes, zelfs zo rustig dat S. bijna “een grote hond” (zijnde een ree) ondersteboven rijdt. In veel van de dorpjes zijn Sparren die ook bijna allemaal op zondag open zijn, In het droef stemmende Aså zijn bijna alle winkels al failliet, maar gelukkig redt de Spar het nog wel, dus drinken, chocola en broodbeleg gekocht en de lokale middenstand gesteund. In Voerså kruisen we de Voerså Å, waar we op een bankje lunchen met brood met Karrysalat en een cache.

En verder gaat de tocht weer, want we moeten bijna 80 km vandaag. Nog een bezoekje aan  een mooi duinlandschap (zonder duinen, maar wel met bijbehorende begroeiing) net ten noorden van het prozaïsch genaamde dorp Sonderklit en dan weer door, om de beurt 5 km op kop. Vanaf Saeby heeft de routemaker iets alternatiefs bedacht, maar daarvoor moet je wel fiks klimmen naar een gehucht dat Understed heet. Als dit Understed is wil ik Obensted helemaal niet leren kennen! Na zo’n 70 km is het beste er wel vanaf… Als beloning rijden we wel daarna door het hele mooie en rustige dal van de Bangsbo Å en rollen zo Frederikshavn binnen.

De camping ligt nog een paar kilometer ten noorden van de stad, maar dan heb je ook wat: ruim (voor Deense begrippen), rustig (als je de Duitse en countrymuziek in wasruimte en keuken niet meerekent) en pal aan zee. Tijd voor een douche, een cola, een zak chips en dagboek bijwerken. Ook hier is weer een keuken dus de pasta wordt deze keer integraal in de keuken gekookt. Het is bijna wonderbaarlijk hoe prachtig schoon alles blijft: na koken en afwas staat iedereen te poetsen dat het een lieve lust is. We maken nog een praatje met een Nederlands stel en met een Deense oudere mevrouw die in moeizaam Engels (maar ze doet het toch maar!) vertelt dat er donderdag Nederlandse vrienden langskomen. Na het eten lopen we met een volle buik nog even naar het strand. Het strand is hier echt anders dan in Nederland: nauwelijks duinen, een heel smal strand met ook nog wat rotsen, maar met een mooi uitzicht op het haventje en op een eiland in de verte.

 

Terug naar het begin


Dag 5: Rustdag Frederikshavn (20 km)

We – gaan - naar … Göteborg! Dus om 7 uur op en om 8 uur op de fiets, want we moeten nog naar de haven en kaartjes kopen. Dat wordt één grote deceptie: we moeten 24 uur van tevoren kaartjes kopen en de boot is vol en… Kortom, het lijkt wel of ze ons niet aan boord willen hebben, dus geen Göteborg. Ik had op Internet gekeken maar daar stond niets over 24 uur van tevoren en er waren bovendien alleen maar dure Premium tickets te krijgen. Dat de Economy tickets al waren uitverkocht stond nergens. Dus daar staan we om half 9… We hebben ons ingesteld op een dag niet fietsen, dus dan maar eerst eens Frederikshavn bekijken. Na een droefmakende winkelstraat (autoskole, tattooshop) rijden we Fladstrand binnen, het oude deel van Frederikshavn met leuke gele huisjes, maar wel alle straten opgebroken en voorzien van oranje paaltjes. Het is gewoon onze dag niet.

Dan maar terug naar de camping: beetje mopperen, beetje lezen terwijl er buiten een bui overtrekt (ook dat nog) en als de zon weer gaat schijnen gaan we dan in godsnaam maar midgetgolfen. We hebben alle tijd dus we doen iedere hole 3 keer en schrijven dan de beste score op. ’s Middags zwemmen in het uitgestorven maar wel lekker warme zwembadje. Ik lees mijn boek uit (Hans Keilson – Het leven gaat verder) en begin aan het volgende. Om bij vijven bezoeken we het Palmenstrand. Er staan hier inderdaad palmen in potten (die ’s winters binnen opgeslagen worden), er zijn beachvolleybalvelden en een ijstent. Daar koop ik een Frederikshavn Waffel: een hoorn met 4 enorme bollen ijs, slagroom (die in Denemarken nauwelijks geslagen wordt dus meteen begint te druipen) en een negerzoen er bovenop. Met enig kunst- en vliegwerk weten we een paar foto’s te maken terwijl ik probeer het ergste gedruip weg te likken.

Na een flinke ingelaste pauze koken en eten we ons avondmaal in de keuken: gekookte nieuwe aardappelen, kalkoenfilet, worteltjes met doperwtjes en appelmoes. Laatste restje Fanta erbij, afwassen, inpakken, lezen en tot slot slapen onder het genot van het geschret van de kraaienkolonie in de dennenbomen verderop en het erg valse zingen van de Zwitserse familie naast ons.

 

Terug naar het begin


Dag 6: Frederikshavn - Skagen (64 km)

Als we in gaan pakken begint het zachtjes te druppelen. De druppels zijn verder niets om je zorgen over te maken, maar het is wel frisser en somberder dan de afgelopen dagen, dus ik mag eindelijk mijn nieuwe fietsshirt met lange mouwen aan. We snijden een stukje van de route af, want de camping ligt behoorlijk ten noorden van Frederikshavn en we moeten naar het noorden: onzin om eerst terug te fietsen. Dus rijden we langs de doorgaande weg naar Elling en buigen daar af voor een lange, rechte, rustige weg door een gebied met bos, heide en muggen. Het trapt wel lekker door: niet te warm, wind niet op kop en alle kleine pijntjes zijn na een rustdag ook genezen.

Rabjerg Mile - enorme stuifduinenNa 12 km rechtuit met soms wat spetters, soms droog mogen we rechtsaf en “daar gaat ons gemiddelde” zoals S. enthousiast roept; oftewel eerst 3 en dan nog eens 2 km gravel. Tot onze verbijstering komen ons halverwege ook nog eens 3 toeristenbussen tegemoet… We pikken een cache op en eten daar gelijk een broodje plus een halve banaan. En dan gaat het weer door naar Råbjerg, waar we het kerkje met losse klokkentoren bekijken. Wit van buiten en van binnen grijze houten balken, een schattig kanseltje en aan het plafond houten modellen van zeeschepen.

Na nog een stuk asfalt gaan we een grindpad op, maar grind fietst beter dan gravel ook al is het her en der wel mul door de droogte. Na een paar kilometer komen we bij Råbjerg Mile, een enorm stuifduingebied met hoge, kale duinen en een schitterend uitzicht over het omringende gebied als je eenmaal boven bent (wat nog niet meevalt). En door gaat de tocht weer, langs heel veel bunkers. De toegang tot de landpunt waar Skagen op ligt was voor de Duitsers van enorm strategisch belang. We rijden door bossen met een aantal prachtige natuurkampeerplaatsen: er is (soms) een watertappunt, er is een schuilhut, een vuurplaats en een picknickbank en daar mag je dan gratis kamperen. Net voorbij Hulsig ploffen we in het gras langs de kant van de weg neer voor de lunch met uitzicht op een grazende (regen)wulp. De lucht begint inmiddels open te trekken, al is het nog steeds fris.

Verder naar Skagen over de Hulsig Hede, een kustgebied dat qua begroeiing op de Waddeneilanden lijkt. Zo af en toe passeren ons hele schoolklassen op de fiets, allemaal netjes met helmen op. We maken een omweggetje naar Den Tildsandede Kirke, een kerk die sinds het eind van de 18e eeuw langzaam door het duinzand verzwolgen wordt en nu alleen nog bestaat uit een deel van de toren. En onderweg ernaartoe steekt er ook nog een hert (een exemplaar met geweitje deze keer) pal voor ons de weg over.

Het uiterste puntje van DenemarkenEn zo rijden we Skagen binnen, een toeristenplaats met allemaal gele huisjes. Na een kijkje en een cache bij de oude vuurkorf (“Fyrbakken”), de voorloper van de vuurtoren, gaan we naar Grenen camping, waar de enorm relaxte beheerder ons voor 150 kronen een plekje naar keuze uit laat zoeken. We zetten de tent op en rijden verder naar het uiterste puntje van Jutland, waar Kattegat en Skagerrak samenkomen, zand afzetten (de punt groeit met 10 meter per jaar!) en hele leuke, gemêleerde golfjes produceren. Het is nog ruim een kilometer lopen vanaf de parkeerplaats, maar je kan ook met de Sandormen (zandworm), een door een tractor getrokken kar. Bikkels als wij zijn doen we dat natuurlijk niet. Dan nog liever strompelen over zand met allemaal kl…steentjes die zeer doen aan je voeten. Gelukkig is na het pijnlijke begin het grootste deel van de tocht fijn zand.

Terug bij de tent gaan we douchen en dan het dorp in om te eten. We belanden in een Italiaans restaurant waar ik fabuleuze lamskoteletjes eet. De prijs is er dan ook naar, al is het vooral het drinken (€ 13 voor 2 grote glazen cola) dat het duur maakt. Terug op de camping gaan we als een speer de tent in want het koelt af en het sterft van de muggen.

 

Terug naar het begin


Dag 7: Skagen - Tversted (41 km)

Muggen, muggen, muggen, overal zitten muggen. Dus doen we zo veel mogelijk in de tent of in de zon en richten en passant ook nog een slachting aan. Het is heerlijk zonnig en vooral enorm helder, je snapt al die schilders wel die zich hier aan het begin van de 20e eeuw vestigden vanwege het licht. Als alles ingepakt is eten we nog een kaneelbroodje (voor bovenop de cruesli) en gaan dan om 9 uur op weg voor een kleine tocht (zo’n 40 km). Zon van opzij, wind in de rug, route bekend, knallen maar! Het is nog best rustig op het fietspad en de paar Denen die we tegenkomen groeten we vriendelijk (“Hej!”) en de meesten groeten ook terug (“Hej!”). Bij Hulsig zit de (regen)wulp van gisteren nog steeds in hetzelfde weilandje. Na 16 km eten we bij de kerk van Hulsig met z’n tweeën een enorm chocolade-kaneelbroodje op: 3 voor de prijs van 2, maar ze passen alleen met aanstampen in de stuurtas. Ondertussen schalt uit de kerk de bruidsmars gespeeld op een volgens mij nogal vals orgel. Hoog tijd om verder te gaan!

Alle sightseeing hebben we gisteren al gedaan, pas na Råbjerg wordt de route weer nieuw voor ons en moeten we weer op gaan letten. Er volgt een prachtig stuk door een open bos (“Plantage” heet dat hier) met als hoogtepunt de stokmølle van Østerklit: een oude boerderij met een molentje er bovenop. Het staat gewoon onbewaakt open om bezichtigd te worden, er is een geluidsshow en er wonen heel veel zwaluwen. Echt heel mooi. Buiten komt er een oudere man op ons af die in gebroken Engels alles wil weten over onze fietsen en onze bagage. Hij heeft grote bewondering voor ons… En dat terwijl we vandaag maar 40 km doen.

De boerderij en molen van Osterklit

Aabo Camping is gigantisch en luxe, maar er staat bijna niemand, behalve veel op dit moment onbewoonde caravans. We zoeken een plaatsje uit en om 1 uur staat de tent en even over tweeën zijn wij gewassen (de camping heeft fantastisch ruime familiedouches) en wappert de was aan de lijn (leve de centrifuge voor 2 kronen). Hoog tijd voor een boterham en dagboek bijwerken, want gisteren heb ik niet geschreven. Dat schrijven doe ik aan een tafel in de keuken, ook nu weer voorzien van alle gemakken. En ik maar gasjes meeslepen… We spelen wat spelletjes Rummicub, eten copieus met gekookte aardappelen, rundvlees in spek en aangeklede sla en pakken dan de spullen in en duiken de tent in, want het koelt flink af.

 

Terug naar het begin


Dag 8: Tversted - Lønstrup (57 km)

Ze hadden voor vandaag regen voorspeld en stipt om middernacht begint het toch te hozen! En het klatert maar door. ’s Morgens regent het nog steeds, dus we ontbijten in de keukenzaal terwijl we op het nieuws zien (nadat we de Noorse zender voor een Deense hebben verwisseld, weten wij veel) dat er vandaag de helft gaat vallen van wat er normaal in heel juni naar beneden komt.  Na het ontbijt pakken we in de tent alles in. Net als we druk aan het bedenken zijn hoe we dat met de tent gaan doen wordt het even droog, dus als een haas afbreken en inpakken!

Typisch Deens kerkjeUiteindelijk zitten we pas bij tienen op de fiets en komen er dan achter dat het niet alleen regent (eigenlijk valt het nog wel mee, het is minder dan verwacht), maar dat het vooral ont-zet-tend hard waait (de schattingen zijn 6-7). En natuurlijk komt de wind uit het zuidwesten, dus de hele dag tegen. Normaal halen we zo’n 16 km/uur als daggemiddelde, vandaag is dat 12. De weggetjes zijn veelal onverhard en zuigen aan je wielen door het vele water dat er gevallen is. Kortom, het valt niet mee vandaag. Het landschap is veelal schitterend, behalve het stuk bij Hirtshals. Als er dan ook nog bij de Uggerby Å een hele kudde nieuwsgierige koeien op het pad op ons af komt lopen en we 4 km om moeten fietsen, hebben we het eigenlijk na 10 km al gehad. Nog 35 te gaan… We stampen maar gedwee door. Gelukkig komen we nog wel een heel mooi bronnetje tegen.

In Hirtshals eten we bij een lokale frituur kip en frites, al is het alleen maar om warm te worden en even geen wind aan de kop te hebben. Er liggen allerlei roddelbladen en na een uurtje weten we alles over de koningshuizen van heel Europa, want Denen blijken helemaal royalty-gek te zijn. Koningin Margarethe van Denemarken is overigens een echte grijze muis en haar man heeft een belachelijk rare buik. Maar dat zeggen we natuurlijk niet… Na een saai stuk om Hirtshals uit te komen, rijden we door een prachtig bos/duin/ weilandengebied met iets beschutting tegen de wind naar Lønstrup. 

Op de camping aangekomen besluiten we een hut te nemen: de prijs valt mee en dan hebben we even geen wind. Inmiddels is het weer opgeklaard (als in: zon, geen regen) en als ik terug ben van de Spar zit S. heerlijk in de luwte en in het zonnetje voor ons ieniemienie hutje: 2 stapelbedden, een klein tafeltje met bank en stoeltje, een koelkast en een plank met wat serviesgoed en een waterkoker. Ik ga nog naar Rubjerg Knude, een enorm stuifduin dat ook nog een complete vuurtoren ondergestoven heeft. Ik word gezandstraald, maak wat foto’s en dan als een speer weer terug naar de luwte. De terugtocht met wind in de rug is gemakkelijk fietsen… Terug op de camping was ik het zand uit mijn haar en uit mijn kleren en ga dan tomatensoep maken. Na de vette bek van vanmiddag mag het wel lekker simpel zijn. Het wordt alweer koud buiten dus we verbouwen ons hutje tot een expeditiehut met drogend wasgoed en een drogende tent en gaan dan schrijven en lezen. Om 10 uur val ik als een blok in slaap.

 

Terug naar het begin


Dag 9: Rustdag Lønstrup (4 km)

Klif bij Marup Kirke’s Morgens hebben we de boel snel ingepakt, maar het is wel duidelijk dat het nog steeds erg hard waait. Ook op de computer van de goed Engels sprekende beheerster van de camping zien we dat het de hele dag hard blijft waaien.  De beslissing om een rustdag in te lassen is dan ook snel genomen, te meer omdat we best wel verknocht zijn aan ons popperige hutje.

Dus kunnen we rustig ontbijten met lekkere broodjes, we pakken onze spullen weer uit en gaan dan luieren: een paar potjes rummicub, lezen, een wandelingetje naar de Spar en dan een rondje door het dorp. De zee is echt indrukwekkend met schuimkoppen en woeste golven die aan het klif vreten. Dat is nergens duidelijker dan bij Mårup Kirke, een inmiddels deels afgebroken kerk, die echt op de rand van het klif even buiten Lønstrup staat. Op een tekening zie je duidelijk hoe snel de zee het klif hier afbreekt: nog een paar jaar en dan is de kerk in zee verdwenen. De zee neemt en de zee geeft: bij Skagen groeit de landpunt met 10 meter per jaar aan, zou dat zand hier vandaan komen?

In de beschutting bij ons huisje is het goed toeven en kunnen we – ondanks dat het officieel maar 14 graden is – nog flink aan onze teint werken. Om 6 uur gaan we koken in het simpele keukentje van de camping: nieuwe aardappeltjes, broccoli en koteletjes met knoflookboterjus (de kleinste verpakking boter die ze hadden en ook nog erg lekker). En dan is het fris genoeg om in de hut te verdwijnen voor een potje regenwormen, dagboek bijwerken en lezen.

 

Terug naar het begin


Dag 10: Lønstrup - Aalborg (74 km)

’s Morgens hebben we de spullen snel ingepakt en het huisje opgeruimd. Om 8 uur zitten we met vers brood aan tafel en al voor half 9 rijden we weg. Na een stop bij de Spar in het dorp voor het inleveren van de flessen en het kopen van brood mogen we aan het eind van het dorp meteen een lange klim van de zee naar de weilanden van Noord-Jutland. Het is niet echt steil, maar na een rustdag weet je wel meteen weer dat je leeft. Eenmaal “boven” fietsen we licht glooiend verder. De wind is stevig, maar te doen. Wel goed dat we gisteren een rustdag genomen hebben. De kilometers schieten onder de bandjes door, ook omdat het lekker weer is: zonnig met mooie wolken en niet al te idioot warm. Tijdens onze eerste pauze gaat de lange fietsbroek uit, eten we onze “kanelsnegls” (het Deense antwoord op de pain au chocolat) en maken we een praatje met 2 fietsende Slovenen die op weg zijn naar Hirtshals om vanaf daar de boot naar de Farøer eilanden te nemen en dan verder naar IJsland. Bofkonten!

Vikinggraven in Lindholm Hoje

En door gaat het weer. Vanaf Øster Hjermitslev rijden we door een vlak hoogveengebied met overal windmolens en over het algemeen lege wegen, om en om 2½ km op kop. Net voor Aalborg komen we bij een enorme Vikingbegraafplaats, Lindholm Høje. Overal liggen stenen in rondjes of ovalen die al met al 700 graven (plus een paar huizen) vormen. Het zonnetje schijnt en overal is informatie en staan bankjes, waar je rustig om je heen kan gaan zitten kijken. Mooi! Na 3 kwartier gaan we weer verder: afdalen naar Aalborg, de brug over en dan overal allerlei kades en paadjes langs het water naar de camping. Dit is een heel andere camping dan we tot nu toe gewend zijn: wat anarchistischer, meer een doorreiscamping waar mensen een nachtje staan. Het sanitair en de keuken zijn ook minder, maar de douche is warm en we vinden een zacht plekje op een veldje met veel slakken.

Koopmanshuis in Aalborg

Na de was te hebben gedaan gaan we de stad in voor boodschappen en sightseeing. We rijden wat rond en zien de oude Toldkammer (douanekantoor) met daarvoor een fantastische set fonteinen waar groot en klein aan het spelen zijn met water. Dan nog een oud stenen koopmanshuis, de Dom (dicht) en een oud klooster dat het eerste bejaardentehuis van Denemarken herbergde. Op een plein is een hele happening ingericht vanwege het voetbalkampioenschap onder 21 jaar dat blijkbaar gehouden wordt. Het begint wat te spetteren en we gaan terug naar de camping want de was hangt buiten.

 

Terug naar het begin


Dag 11: Aalborg - Aars (52 km)

Iedereen is op deze eerste pinksterdag al vroege aan het opbreken: onze Noorse overbuurman zijn enorme tent, onze buurman rechts zijn piepkleine gele enkeldakstentje en wij onze tussenbeidentent. Ik haal het brood op bij de receptie, we ontbijten en pakken de laatste restjes in. Om bij half 10 rijden we weg, al snel over een eindeloos lange weg met rechts in de verte de Sund: blauw water met zo af en toe een zeilboot. Net voorbij Norholm Enge is er opeens een mooi tweebaans fietspad, maar dat houdt acuut weer op bij de school die even verderop strategisch wind staat te vangen op een heuveltje. We fietsen langs heel veel vakantiewoningen van verschillende grootte, luxueuziteit en ook met meer of minder mooi uitzicht. Dan gaat het dwars door Nibe, een niet echt fraai – maar door zijn ligging aan het water wel toeristisch – dorp. Er is een bijzondere dorpskerk met een bezienswaardige muurschildering van Sint Joris en de Draak, maar er is een dienst gaande, dus de kerk is “lukket” (gesloten) voor sightseeing.

Oorspronkelijk was het plan om vandaag een korte dag te maken, aan het water te gaan staan, en dan morgen flink doorstampen naar Viborg. Maar gezien de wind en de temperatuur (14 graden is nou niet bepaald strandtemperatuur, al is het in het zonnetje goed te doen) hebben we besloten om door te fietsen naar Aars en het stuk naar Viborg zo iets gelijker te verdelen over de twee dagen. Vanaf even voorbij Nibe volgen we weer een fietspad over een oude banestien langs de Halkaer Sø, een zijarm van de doorgaande fjord. Het landschap is schitterend met veen, drassige weilanden en links van ons en aan de overkant van het water heuvels. In Halkaer eten we op een picknicktafel onze lunch terwijl de lokale neuroot op zijn grasmaaier-met-zitje al het gras nog maar een keer kortwiekt. Daarna gaat het halve dorp (zijnde 5 mensen) een enorme partytent in elkaar staan te knutselen, wat altijd een lust voor het oog is als je het zelf niet hoeft te doen…

Na nog een stuk binnenland met mooie vergezichten komen we aan in Aars (Vilkommen til Aars). De camping is ook hier wat vreemd: we hebben het idee dat de eigenaar wel een borrel lust en als alles net staat gaat in de auto iets verderop de autoradio aan met een uurtje Deutsche Volksmuzik, fijn! Ik fiets dus maar even het dorp in voor een grote fles fris. Als we ons goed en wel geïnstalleerd hebben breekt er een enorme donderbui los, dus alles, inclusief wijzelf en de was, de tent in en wachten tot het over is. Om half 7 koken we pasta met makreelsaus en gaan dan tutten tot het –vroeg- weer bedtijd is.

 

Terug naar het begin


Dag 12: Aars - Viborg (54 km)

Er zijn van die dagen dat het fietsen gewoon niet wil en dit is zo’n dag: koud, wind tegen, zo af en toe regen en iets te veel hellingen voor de lekker. Pluspunt van de dag bevindt zich al na 1 km: bakkerij Pedersen heeft een fantastisch assortiment brood en broodjes. We halen er nog een pak appelsap bij (na deze vakantie wil ik minstens een half jaar geen appelsap meer zien!) en gaan dan op weg.

We lunchen in een bushokje langs de kant van de weg. Als we bijna klaar zijn stopt er een auto met een oude man die in het Deens tegen ons begint te praten. We zien er blijkbaar nogal Deens uit, want iedereen kletst Deens tegen ons, terwijl we toch overduidelijk geen mandjes op onze fietsen hebben. Als we uitleggen dat we uit Holland komen vertelt hij in gebroken Engels dat er verderop een Nederlandse boer woont. Hier heb je tenminste de ruimte, al zal het seizoen wel kort zijn: het graan op het land is nog erg groen en de jonge dieren (kalfjes, veulentjes, lammetjes) zijn hier een stuk jonger dan in Nederland in deze tijd van het jaar.

En door gaat de tocht weer, door een prachtig breed dal, waar vroeger vast een woeste rivier heeft gestroomd, nu is het een piezelig beekje. In Rødding bekijken we de kerk en daarna ook nog een prachtige natuurkampeerplaats aan de Rødding Sø en rijden dan door naar Viborg. In Viborg raken we aan de praat met een vrouw op de fiets met een enorme Labrador. Als mensen merken dat we niet bang zijn voor honden heb je hier al snel een praatje. Het gaat in het Duits en het Engels over fietsen, taal, communiceren en onze route.

Bij de jeugdherberg teruggekomen belanden we tussen de voetbalpubers. We laden de bagage af, douchen, wassen onze kleren, verbouwen onze kamer en gaan dan lui met de auto de stad in voor het avondeten. Na wat omzwervingen in de motregen (er is niet veel open op tweede pinksterdag) belanden we in Jensen’s Bøfhus: “Støre bøffer til små priser” (Grote biefstukken voor kleine prijzen). We eten prima (ik heb een heerlijke onbeperkte saladebar bij mijn spareribs) en de prijs valt inderdaad voor Deense begrippen erg mee.

 

Terug naar het begin


Dag 13: Zuid-Jutland

Als we ’s morgens wakker worden is het koud, bewolkt en miezerig. In combinatie met de wetenschap dat er voor vrijdag enorme hoeveelheden regen worden voorspeld doet dat ons besluiten om op te breken. Vandaag gaan we lekker wat dingen bekijken, dan in Zuid-Denemarken overnachten en morgen door naar Nederland om daar, afhankelijk van het weer, nog een paar dagen te kamperen. We hebben geen haast en hoeven geen tent af te breken, dus we “slapen uit” tot 8 uur, ik haal broodjes bij de camping en na het ontbijt pakken we alles rustig in en leveren uiteindelijk om kwart voor 10 de sleutel in. Na een wandelingetje door de naast de jeugdherberg gelegen Botanische Tuin laden we ook de fietsen op en vertrekken richting Silkeborg. Via rustige tweebaanswegen belanden we om kwart over 11 op een parkeerplaats in het centrum van Silkeborg.

Een klein wandelingetje brengt ons bij het Silkeborg Museum, waar we de grootste bezienswaardigheid – de Tollund Man – tot het laatst bewaren. Eerst komen we alles te weten over de geschiedenis van Silkeborg van –tig voor Christus tot de vorige eeuw. Het is niet heel groot, ieder zaaltje is anders en het staat allemaal ook niet echt op chronologische volgorde, maar dat houdt het behapbaar en spannend. Na het eerste gebouw te hebben doorgewerkt mogen we dan naar het beroemdste en best geconserveerde veenlijk ter wereld: de Tollund Man. Het is echt verbazingwekkend dat je alle (afgeschoren) baardhaartjes kan zien zitten, elke rimpel is zichtbaar en hij had naar verhouding enorme voeten (een soort Hobbit). Als we het museum uitkomen is het tijd voor de lunch. In de winkelstraat komen we terecht in het café van de Førex, vergelijkbaar met een kleine La Place in de V&D. Een broodje, een cola en uitzicht op heel veel bejaarden die hier komen voor de goedkope koffie.

Vanaf Silkeborg gaat de tocht verder naar het zuiden, naar de oude koningsplaats Jelling, waar koning Harald Blauwtand (de naamgever voor Bluetooth) enorme grafheuvels ter meerdere glorie van zijn ouders, runenstenen ter meerdere glorie van zichzelf en een kerk ter meerdere glorie van God heeft neergezet. Hij was in 960 de eerste Deense koning die zich bekeerde tot het christendom.  Daarnaast staat op één van de runenstenen voor het eerst de naam “Denemarken” vermeld, dus dit is echt een plaats van Nationale Trots. En Denen zijn chauvinistisch op het ziekelijke af: overal wapperen Deense vlaggen en wimpels, ook bij veel huizen, en elk tweede bedrijf heeft Dan- in zijn naam of verwijst naar het Vikingverleden en zo kan ik nog wel even doorgaan. We bekijken ook nog een prima tentoonstelling in het tegenover de kerk gelegen bezoekerscentrum en maken snel een paar foto’s als het hek bij de runenstenen open staat. Ze zijn de stenen heel voorzichtig aan het uitgraven om ze ergens anders, overdekt weer neer te zetten: het weer tast ze te veel aan.

Op de "camping" in Hjordkaer

Om 4 uur gaan we op zoek naar een camping. Eerst maar eens naar de snelweg, maar dat valt nog niet mee. Via allerlei slingerbochten waarbij we keurig de borden volgen worden we volgens mij 3 keer door Vejle geleid alvorens op de snelweg te belanden. Eerst rijden we naar de camping in Vojens, maar dat is niets: verlaten, achter de sporthal en je moet de eigenaar bellen als je er wilt staan, geen beheerder. Dat gaat ‘m dus niet worden. We tanken en doen boodschappen in Vojens en rijden dan naar Rodekro, waar ook een camping zou moeten zijn. Die lijkt onvindbaar, tot we na een hele lange weg weer bijna terug zijn bij de hoofdweg en daar ligt aan de rechterkant een grasveld met verwaarloosde caravans op te hoog gras: smoezelig en louche, we stoppen niet eens om te kijken. Laatste kans: Hjordkaer, een natuurcamping 20 km verderop. Die blijkt bij de scouting te liggen, sleutel 3 huizen verderop ophalen bij de familie van Mats Pedersen. En zo staan we op een prachtig verlaten grasveld met een vuurplaats en 2 halfoverdekte schuilhutten met water, douche en w.c. in het scoutinggebouw. Helemaal goed! Terwijl S. de tent opzet kook ik aardappelen, kip en sla, die we op de bijgeleverde picknickbank in het avondzonnetje opeten en kijken hoe 2 jonge Duitse wandelaars na 28 km strompelend om half 9 aankomen: te ver, te laat. Daar zullen we vannacht weinig last van hebben…

 

Terug naar het begin


Dag 14: Naar Nederland

’s Morgens om kwart voor 7 staan we op, om 8 uur zitten we in de auto en voor negenen rijden we al Duitsland binnen. Bij Hamburg stroopt het verkeer even op omdat alle vrachtwagens door de rechterbuis van de Elbetunnel moeten en ze daar niet allemaal even snel van overtuigd zijn, maar verder rijdt het goed door. We houden wat stops, en staan om even over tweeën alweer op Nederlands grondgebied. We bellen met onze favoriete camping, ’t Hofke in Olburgen.

’s Avonds lopen we vanaf de camping over de dijk naar een eetcafé van een grote camping verderop, maar dat is dicht, dus dan maar lui met de auto naar Doesburg, waar we op het terras van het nieuwe restaurant “De Liefde” gaan zitten. De eigenaars zijn bijna te vriendelijk en dat wordt er niet beter op als S. meldt geen melkproducten te mogen: ze gaan werkelijk helemaal los om het haar naar de zin te maken. We hebben een heerlijke, gezellige avond en zijn om bij half 10 weer terug bij de tent.

 

Terug naar het begin


 

 

Voor reacties (anti-spam: verwijder XX uit adres)

 

Terug naar de homepage