Oost Thailand en Ko Samed

 

 


Dag 1

 

We zijn keurig 2 uur van tevoren aanwezig, maar er zijn al zo veel stoelen van tevoren gereserveerd dat we niet eens plaatsen naast elkaar kunnen krijgen. De baliemedewerkster raadt ons aan te gaan mopperen bij China Airlines, dus dat doen we braaf. We gaan door de douane en eten onze broodjes op. Na wat fotorolletjes en batterijen kopen, dollarbiljetten omwisselen tegen kleinere coupures en mijn paspoort kopiëren vervoegen we ons bij de gate. Het mopperen heeft geholpen: we krijgen niet alleen plaatsen naast elkaar, maar zelfs een raamplaats! Het wordt allemaal nog luxer als we uitvinden dat er bij het raam maar 2 stoelen zijn, geen rijtje van 3. Na wat wachten stijgen we even over drieën op om na 2 meter in de wolken te belanden en daar pas op 2 km hoogte weer uit te komen. Na de verplichte pinda's en het diner ga ik om half 6 slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 2

 

Om 6 uur 's morgens (middernacht in Nederland) word ik weer wakker. We ontbijten met gebakken rijst met wantan en garnalen (lekker stevig) en vliegen dan over een nevelig Thailand op Bangkok aan. We landen om half 9. De douane, het ophalen van de bagage en het wisselen van geld gaan uitermate voorspoedig en er staat keurig een meneer van de NBBS op ons te wachten. Zo zijn we om even half 10 in het Trang Hotel. Na een lekkere warme douche gaan de trui en de spijkerbroek onderin de rugzak en kan het avontuur beginnen.

 

We beginnen echter weinig avontuurlijk. Bij onze vaste stek van 1996 (Pannee Guesthouse) eten we heel traditioneel rundvlees in oestersaus met een even traditionele mixed fruit shake erbij. Daarna lopen we door Khao San Road: nog even toeristisch als 2 jaar geleden met dien verstande dat er nu overal Internet cafés zitten. We kruisen het terrein van een tempel om bij de rivier uit te komen. De boot lijkt niet te gaan vanaf de pier, dus dan maar over de brug richting Thonburi.

 

Over een flink aantal weggetjes die boven de rivier liggen lopen we naar het National Museum for the Royal Barges. Links en rechts staan huizen op palen in het water, overal liggen honden en we passeren een aantal geïmproviseerde eetstalletjes. Het is een beetje bewolkt, ongeveer 25 graden en niet echt vochtig: lekker, dus. Het nationaal museum bestaat uit een grote loods waarin een stuk of 10 praalboten liggen. Het zijn staatsieroeiboten, prachtig ingelegd met allerlei kleuren glas (veel goud) en op de boeg imposante gebeeldhouwde figuren.

 

Na afloop lopen we door een doolhof van steigers en via een brug en een op zijn eind lopende ochtendmarkt naar het station van Thonburi, waar we met de pont de rivier oversteken. Na een flinke fles cola op een terras aan het water lopen we naar Khao San Road. We hebben de illusie dat we ergens naar Pak Chong, onze volgende bestemming kunnen bellen, maar uiteindelijk belanden we gewoon bij het hotel waar we 50B in munten wisselen en dan bij de munttelefoon opbellen. Tussendoor lezen we eerst wat, maar dat dreigt uit te draaien op een slaappartij en dat is in het kader van ons anti-jetlagbeleid verboden.

 

Tegen half 7 zijn we weer bij Pannee en na een uitgebreid diner stuurt R. een e-mail en gaan we terug naar het hotel. Na nog wat lezen ga ik om 10 uur slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 3

 

Hoe krijg ik het voor elkaar? Zes uur tijdsverschil en de eerste dag toch precies om half 8 wakker. R. slaapt nog dus ik schuif de gordijnen op een kier en ga nog lekker een half uurtje liggen lezen. Om 8 uur gaat de wekker af, maar R. heeft zijn oordoppen in, dus er zijn drastischer maatregelen nodig om hem onder de douche te krijgen. Na de douche zetten we het eerste wasje in de week en gaan ons dan flink te buiten aan het ontbijt. Vervolgens was spoelen en wringen en dan zijn we klaar om de stad in te gaan.

 

We lopen door wat kleine steegjes naar een doorgaande weg waar we in bus 53 stappen richting Hualamphong station. Zodra we het station binnenlopen worden we aangeschoten door -tig meneren en mevrouwen met officieel aandoende identificatiekaartjes op de borst, die ons allemaal onmiddellijk naar het juiste loket willen verwijzen. En zo hebben we 10 minuten later 4 kaartjes voor 1196 B (68 gulden): 2x Bangkok-Pak Chong voor morgen en 2x Saraburi-Nong Kai inclusief bedden voor woensdag- op donderdagnacht.

 

De gouden Boeddha in Wat Traimin

Geheel confuus van zo veel service voor zo weinig geld kopen we 2 hele grote bekers ijskoffie en cola en gaan die buiten langs het water op zitten drinken. Wanneer we weer in beweging komen haalt R. nog even zijn gelijk wat betreft de route van bus 53 en dan lopen we naar de tempel Wat Traimin, waar ze een 3 meter hoge, 5500 kilo zware, massief gouden Boeddha in de aanbieding hebben. Het glinstert inderdaad indrukwekkend, maar eerlijk gezegd vind ik de bodhi boom met slingers erin mooier. Wat wel bijzonder is, is het feit dat de gouden Boeddha verstopt zat onder een laag stucwerk dat er per ongeluk afviel toen ze het beeld in Sukothai gingen verplaatsen. Surprise!

 

We slenteren vervolgens dwars door Chinatown. Veel winkels zijn dicht, maar op straat is van alles te zien, te horen en te ruiken. We lopen langs loterijbriefjesverkopers, winkels met goud en met chinese deegwaren en door een lange, nauwe steeg met stalletjes met gedroogde vis, fruit, kammen, speelgoedbeesten, plasticwaren, calculators en namaakhaarstukjes. Veel rood, goud en roze (niet die haarstukjes, die zijn er in de kleuren zwart, zwart of zwart). Veel gedrang. Als we eindelijk de steeg uitkomen lopen we via wat rustiger straten naar een groot winkelcentrum.

 

In dit Siam Plaza bevindt zich op de bovenste verdieping een Food Court: een aantal etensstalletjes dat de krachten gebundeld heeft. Je koopt bonnetjes van 5 en 10 baht (1B = 5 cent deze vakantie) en zo eten we voor 85B soep en rijst met vlees met een beker cola erbij. Daarna lopen we via een bloemenmarkt en een groentemarkt (bloemkolen, uien en veel fruit) naar een pier in de Chao Praya. Na een minuut of 10 komt er een boot waarmee we langs Wat Arun en het Koninklijk Paleis zoeven tot we bij Tha Wisut Kasat weer van boord springen. Ik blijf het griezelig vinden: bang om letterlijk tussen wal en schip te belanden.

 

Vlak bij het hotel kopen we nog een liter melk alvorens aan de rand van het zwembad neer te strijken. R. zwemt nog een paar rondjes, maar het water is mij te groen en het ruikt te wee, dus ik maar niet. We lezen nog wat en lopen dan om een uur of half 6 richting Khao San Road. We kijken wat rond maar kopen niets. Bij Pannee eten we friet, gebakken kip en sweet and sour met gebakken banaan toe. Daarna via 2 supermarkten terug, want R. mag ijskoffie en we mogen wat koekjes voor morgen in de trein.

 

Terug in het hotel verwijdert R. heel stoer een kakkerlak uit de badkamer (2 cm excl. voelsprieten, maar dat zal wel overdreven zijn), waarna ik naar de w.c. mag omdat zijn aandrang verdwenen is. Na een spelletje Scrabble, waarbij ik R. de oren was en wat lezen probeer ik om bij elven te gaan slapen, maar dat lukt pas na een heleboel gewoel en een slaappilletje.

 

Terug naar het begin


Dag 4

 

Om 8 uur gaat de wekker af. Na de douche en nog wat inpakken gaan we uitgebreid ontbijten. Daarna drinken we onze grote fles melk van gisteren leeg, pakken onze rugzakken in en lopen naar bus 53. Overal lees je indianenverhalen over hopeloos verstopte wegen in Bangkok, maar we rammelen in 15 minuten naar het station, niks files.

 

Ik poot R. met een grote ijskoffie bij de rugzakken op het perron en ga dan op jacht naar onze lunch. Met rugzakken om hangen er steeds de zeer behulpzame dames en heren van de spoorweginformatiedienst in je nek te hijgen. Uiteindelijk koop ik 4 donuts, een hamcroissant en 2 blikjes cola en daar moeten we het maar op redden. Het is behoorlijk onduidelijk waar de trein vertrekt, maar een behulpzame jongen met een uniform en een mobiele telefoon informeert even en zet ons dan bij een leeg perron, waar inderdaad 5 minuten later de trein binnen komt rollen.

 

We vertrekken met 5 minuten vertraging en tegen de tijd dat we bij de luchthaven zijn is dat al een kwartier geworden, maar daarna blijft het stabiel. We hobbelen door een landschap van rijstvelden en waterhyacinten via Ayuthaya naar Saraburi. Daarna verandert het landschap: heuvels, maïs en cementfabrieken, niet al te veel bewoning. Het is behoorlijk koud in de airconditioned tweede klas, dus we halen lange broek en -blouse te voorschijn en R. zelfs zijn fleece. Het is even onduidelijk wanneer we Pak Chong zullen bereiken, maar 2 minuten van tevoren worden we door een behulpzame beambte keurig gewaarschuwd.

 

Op het station staat er al iemand met een bordje van de Khao Yai Garden Lodge ons en nog 2 Amerikanen op te wachten. We zoeven over een prachtige tweebaansweg naar de Lodge, die er leuk uitziet: gezellig restaurantdeel en veel planten. We boeken een kamer voor 2 nachten en 1½ dag tour naar het Khao Yai National Park: vanavond een vleermuizengrot en nachtsafari, morgen een hele dag jungletocht en woensdagmiddag ook nog iets.

 

We hebben een grote kamer waar we onze bagage dumpen en dan gaan we beneden wat eten. Het is pas half 5, maar om 5 uur moeten we al weer weg. Uiteindelijk wordt het 10 over 5 tot groot ongenoegen van een Engelsman die gisteren al bij de grot geweest is en dus weet dat we zo snel mogelijk naar de grot moeten, omdat voor zonsondergang de vleermuizen uitvliegen.

 

De vleermuizen vliegen uit

We racen naar de grot, waar we nog een heel stuk moeten klimmen over hele grote klauterrotsen. Bovengekomen zwermen de vleermuizen al uit: er zitten er ongeveer 2 miljoen in de grot en iedere avond tegen zonsondergang komen ze allemaal door een kleine opening (3 bij 4 meter of zo) naar buiten, maken een scherpe bocht naar links en racen richting National Park. Het is een oorverdovend gepiep van duizenden sonartjes en een prachtig gezicht, al die fladderende beestjes tegen de donker wordende lucht. Na een half uurtje begint de stroom af te nemen en in het donker klauteren we weer naar beneden.

 

De volgende stop is een fruitstalletje, waar we van alles en nog wat mogen proberen en uiteindelijk 6 bananen en 6 carambola's kopen voor 20 B. Daarna rijden we naar het National Park voor een nachtsafari. Het is een half uurtje rijden achterin een pick-up truck met zijbanken en met alleen een trui over mijn blouse is het lekker fris, zal ik maar zeggen.

 

Bij het hoofdkwartier van de parkrangers worden we overgeladen in een andere pick-up, waarin we kunnen staan en die een sterke neonlamp heeft waarmee we als een soort zoeklicht foeragerende beesten kunnen opsporen. We zien heel veel herten en een paar konijnen, maar je rijdt in ganzenpas achter elkaar aan, dus veel meer mag je misschien niet verwachten. De herten zijn wel heel tam: ze blijven rustig staan in het licht. Na een uur worden we weer overgeladen in ons eigen busje en na een koude rit terug komen we om half 10 aan bij het hotel. Ik val vrijwel direct uitgeput in slaap, maar niet nadat we eerst nog een klein wasje gedaan hebben.

 

Terug naar het begin


Dag 5

 

Om kwart over 7 gaat de wekker, maar R. mag eerst scheren en zo, dus ik heb nog een half uurtje respijt. Daarna ontbijten we met toast en nep-jus en dan moeten we nog even wachten alvorens we vertrekken voor onze volle dag jungletour. We zitten in een pick-up met 2 Nederlanders en 2 Duitsers en krijgen een vrouwelijke gids, Nang, mee.

 

In het park stoppen we even bij het uitzichtpunt, maar het is nogal heiig, dus we rijden al snel weer door. Overal zitten apen (makaken) langs de weg en er schuift zelfs een hertje door de berm. Bij het hoofdkwartier bekijken we in een slecht verlichte hal de tentoonstelling over het park. Het park is 2168 km2 en er zitten heel veel vogels en herten en daarnaast gibbons, civetkatten, zo'n 250 olifanten en 60-70 tijgers. Ook zijn er behoorlijk wat slangen, waaronder de gevaarlijke koningscobra. Begin dit jaar is er nog iemand aangevallen door een tijger en gisteren heeft één van de gidsen van de lodge nog een koningscobra gezien, dus ze zitten er echt.

 

Na het bezoekerscentrum rijden we terug naar het begin van de jungletrail. Onderweg stoppen we nog voor een gibbon, een ijsvogel en een hele zwerm rode, oranje en gele vogeltjes. Van half 11 tot half 2 lopen we praktisch onafgebroken door het oerwoud. We zien niet veel beesten, alleen een grote neushoornvogel, maar gewoon het wandelen kruipdoor-sluipdoor onder hoge bomen is een hele belevenis. We zien prachtige lianen, gevandaliseerde sandelwoodbomen en Nang en de Duitsers klimmen nog tegen een woudreus op en aan de binnenkant van de boom weer naar beneden. Het laatste stuk gaat door "secondary forest" (vroeger woonden hier boeren, maar die zijn er bij de oprichting van het National Park uitgeveegd) en dan door hoog gras. We ontdoen elkaar van de kleine teken, die volgens Nang erg jeukende beten opleveren en gaan dan met de pick-up naar een eettent waar we ons te buiten gaan aan kip met cashewnoten én sweet and sour én 2 cola.

 

Voor 's middags staat er een tochtje naar 2 watervallen op het programma, wat inhoudt dat we gedurende meer dan een uur aan lianen hagen en over rotsblokken in een rivier glibberen. Mijn arme spieren! De Duitsers zwemmen nog wat tot grote hilariteit van de toekijkende Thais, maar het is niet al te warm en het water is ronduit koud, dus laat maar. We lopen weer naar boven en rijden dan nog een half uurtje naar een uitzichtpunt. Weer klimmen en klauteren tot we op een heel eng plateautje staan boven zeker een paar honderd meter afgrond. We zien de regenwolken over de berg aan de overkant komen en lopen weer snel terug naar de pick-up. De zijflappen zijn naar beneden, maar het is toch nog een koud en donker uurtje terug.

 

Om bij zevenen zijn we weer in het hotel en na een warme douche en een halve kip met patat voel ik me weer redelijk het heertje. Ik klets nog wat en ga om 10 uur nog wat schrijven en lezen op mijn kamer. Om half 11 val ik onder mijn dekbedje in slaap. Het is in heel Thailand goed koud door een groot koufront dat vanuit China Thailand binnengeschoven is.

 

Terug naar het begin


Dag 6

 

Geen wekker, dichte luiken voor de ramen en spierpijn spannen samen, zodat ik lekker tot 9 uur uitslaap. We hebben vandaag een hele rustige dag, omdat we pas vanavond laat vanuit Saraburi de nachttrein naar Nong Kai nemen. Dus we ontbijten langzaam, slenteren (R.)/ strompelen (ik) over het terrein van de lodge (veel planten, vogels, schildpadden en orchideeën). Daarna gaan we een beetje lezen en schrijven. Ik reken af met de eigenaar, Mr Klaus, een Duitser die met zijn Thaise vrouw en dochter de tent runt. Onze kamer blijkt 500 B, maar ze hadden hem echt voor 300 B verkocht, de tour voor 850 B i.p.v. 950 B (had ik afgedongen) en 1 jus (40 B) te veel, dus ik praat er zo 640 B (40 gulden) af. Ik moet zeggen dat Klaus zijn verlies als een man draagt.

 

Na het eten brengt Klaus ons met de auto eerst naar het postkantoor (geld wisselen, brief posten, ma bellen) en vervolgens naar het treinstationnetje. Met wat heen en weer pantomime komen we erachter (geloof ik) dat de kaartverkoop om 5 uur begint en het is nu iets voor drieën, dus meer dan genoeg tijd om de grote rugzakken in het kantoor van de stationschef te dumpen en lekker over de markt te slenteren.

 

Heel veel vis en varkenskoppen, bosjes groenvoer en natuurlijk eigengebakken gefröbel voor de onmiddellijke trek. In een presentabel uitziend restaurant drink ik een afgrijselijk zoete fanta en R. tart de goden met lokaal gefabriceerde ijsblokjes. Ondertussen kijken we naar een Thaise soap met veel boeven met snorren en tatoeages, verschrikte deernes en gevechten met kapmessen. Daarna maar weer terug naar het station om te lezen (eindelijk dat Laosboek) en te horen dat de trein 40 minuten vertraging heeft. Een kwartiertje van tevoren gaat er een bel en voor 28 B koopt R. 2 kaartjes derde klas voor de 1½ uur naar Saraburi: vooroorlogse prijzen heet dat.

 

In een piepende, krakende, heel veel decibellen producerende trein schommelen we naar Saraburi. We zijn de trein nog niet uit of er staat al een drager te wachten, maar als we hem uitgelegd hebben dat we de "night train to Nong Kai" nemen taait hij na enig dralen af.

 

Na een rondje in de buurt van het station zijgen we neer bij een stalletje waar we voor 73 B 2 bakken noedelsoep, een fles water en een koffie nuttigen: eten in de kantine op mijn werk is duurder. Bovendien giechelen we wat af met het meisje dat bedient, maar met handen en voeten komen we er wel uit. R. legt de scène nog vast op de gevoelige plaat en dan lopen we terug naar het station. We moeten nog tot 11 uur wachten, dus we hangen maar wat rond in onze oranje plastic kuipstoeltjes tot de trein het station binnenrolt.

 

Onze slaapplaatsen vallen niet tegen: redelijk comfortabele bedden van 1.80 x 70, 2 boven elkaar, afgesloten met een gordijn. Je ligt bovendien in de rijrichting en dat schommelt wel plezierig. Zo schommel ik rond half 1 in slaap.

 

Terug naar het begin


Dag 7

 

Tegen zevenen word ik weer wakker van het gekakel van een nest Thaise dames naast ons. Ze wensen me heel vriendelijk "good molning!!", maar ik zit maar een beetje duf naar buiten te kijken. Buffels in beige velden, weinig bewoning. Inderdaad droger en anders dan de rest van Thailand. Om half 8 trommel ik R. uit zijn bovenbed. Hij ontbijt, maar ik ben veel te bang dat ik in de wiebelende trein op een verhoogd hurktoilet moet, dus dan maar honger lijden.

 

Om kwart voor 9 zijn we in Nong Kai aan de grens met Laos. Het vervoer is helemaal ingesteld op grensverkeer: de tuk-tuk naar het busstation, een speciale bus over de Friendship bridge. We worden we uitgeladen bij de Thaise douane: exitvisum, stempeltje, stempeltje. Einde Thailand.

 

Terug naar het begin

 

Door naar de Laospagina


Dag 17

 

Om 5 voor 8 lopen we het straatje uit naar de grens en de Mekong. We worden snel uitgestempeld en dan vertrekken we met een bootje naar de overkant, terug naar Thailand. Instempelen en dan lopend door Chiang Khong naar de bus naar Chiang Rai. En daar zijn de Finnen weer... Het is veel verder lopen dan in de Lonely Planet staat aangegeven en het is al goed warm al is het nog voor negenen, dus we lopen lekker te zweten. De bus staat al klaar en vertrekt vrijwel direct terwijl hij nog bijna leeg is. Onderweg pikken we steeds meer mensen op, maar steeds voor kleine stukjes, dus we kunnen lekker breeduit zitten. Het landschap is niet bijster boeiend al staan er heel veel prachtig bloeiende bourgainvillestruiken.

 

Om 12 uur zijn we in Chiang Rai. Het THAI kantoor is dicht, de telefoon op de luchthaven geeft een bandje, dus dat werkt niet. Dan maar eerst een hotel zoeken. Boon Bun Dan guesthouse heeft een kamer, uitvoering vies groen, met fan en douche voor 250 B. Dan terug de stad in om wat te eten. We lopen eerst langs wat snollencafés en dan door een weinig inspirerende hoofdstraat. Dan maar een zijsteeg in en daar blijkt een reisbureautje te zitten. We gaan naar binnen en spreken met een forse jongeman die goed Engels spreekt af dat hij gaat proberen wat voor ons te ritselen. In principe is alles tot na nieuwjaar vol, maar hij hoopt wat te kunnen regelen met zijn "friends" bij THAI op de luchthaven morgenochtend. En dat alles op no cure no pay basis. Het is de moeite van het proberen waard.

 

We gaan eerst eten in een tentje bij het busstation: 80 B voor 2x cola, 2x rijst en 3x vleesgerecht. Volgende stop is de ijszaak Swensen's, waar we voor 2x zo veel geld ons te buiten gaan aan een hele grote bak chocolade-ijs en R. ijstaart + zo veel koffie als hij opkan en hij kan wat op. Na 3 grote bekers koffie stuitert hij de zaak weer uit.

 

We lopen naar het busstation. Er vertrekken een stuk of 4 busmaatschappijen x 5 VIP-bussen per dag nar Bangkok. Er zijn zelfs 4 of 5 VIP-bussen naar Pattaya a 17 uur reizen. Niet echt aanlokkelijk, maar een alternatief voor als het vliegen niet doorgaat.

 

Om 3 uur terug in het hotel, om half 5 weer naar het reisbureautje. We staan inmiddels op de waiting list. "Billy" van het reisbureau gaat morgen om 7 uur voor ons naar de luchthaven, wij komen om kwart over 8. We zien wel. We lopen nog even naar het busstation om de VIP-bus naar Pattaya te bekijken: heel veel beenruimte, w.c. aan boord. 't Is een alternatief. We kopen ook nog allebei een ministatiefje voor onze camera en gaan dan via Wat Yet Yod terug naar het guesthouse.

 

Na nog een uurtje lezen lopen we even na zevenen nar de night market. Die is helemaal tot leven gekomen. Straten vol verkopers met hout, zilver, stoffen, lakwerk. Muziek en eten. Berengezellig. We shoppen wat rond en kopen dan 2 bakken noedelsoep en 2 flesjes Pepsi. We luisteren naar Thaise countrymuziek. We verstaan er niet veel van, alleen wat plaatsnamen. Het geheel is gesponsord door Phonelink en nu is het voor ons de vraag of hier het Thaise telefoonboek wordt gezongen. R. mag nog een pannenkoek toe (totale schade 80 B) en dan gaan we terug naar het hotel. dagboek schrijven, spullen inpakken, nog wat lezen en dan om een uur of 10 slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 18

 

Om kwart over 5 worden we allebei tegelijk wakker, maar even later van ik weer in slaap tot een uur of half 7. Douchen, pakken, ontbijten met pannenkoeken en echte jus en dan op naar de weg. We vinden al snel een tuk-tuk naar de luchthaven. De chauffeur rijdt heerlijk rustig. Om bij achten zijn we op de luchthaven, waar Billy al t.v. zit te kijken. We staan 1 en 2 op de wachtlijst en hij denkt dat we een goede kans maken. We praten wat; hij heeft gestudeerd in Canada, in de computers gewerkt in Bangkok en toen besloten dat hij geen 4 uur per dag wilde reizen en niet in Bangkok wilde wonen, vandaar Chiang Rai. Billy deugt. Om kwart voor 9 begint hij ineens te hollen: gelukt! Bagage inchecken, Billy regelt boarding passes. We bedanken en betalen hem en gaan door de veiligheidscontrole. We moeten zelfs nog even wachten in een hal met een bord waar opstaat dat het verboden is durians te vervoeren in het vliegtuig. We vliegen in een hele grote Airbus van THAI en er zijn zelfs nog stoelen over. Om half 10 stijgen we op en om 5 voor half 11 landen we in Bangkok. Eerste missie gelukt.

 

R. haalt de rugzakken op terwijl ik geld wissel. Met de shuttlebus gaan we naar de International Terminal om onze terugvlucht te herbevestigen, dan hebben we dat maar alvast gehad. Dan met de luxe airportbus naar de oostelijke busterminal in Bangkok. Daar vertrekt 20 minuten later (12.30) een bus naar Ban Phe, dus 2 kaartjes gekocht en wat te eten en drinken voor onderweg.

 

Om kwart over 4 staan we in Ban Phe en om 5 uur vertrekken we met een hele langzame boot vol vulgaire Engelse meiden naar Ko Samed/Samet (de d en t worden naast elkaar gebruikt). Om kwart voor 6 zijn we eindelijk op het eiland en dan moeten we nog per pick-up naar Ao Phai. De eerste indrukken zijn niet bijster positief: heel druk, glitter, muziek. Het zal wel komen omdat ik moe ben en omdat het de drukste week van het jaar is. In de Lonely Planet hadden we Samed Villa uitgekozen. Het blijkt barstensvol te zitten, maar voor 200 B kunnen we een tent met matras huren. De Zwitserse eigenaar denkt dat we morgen wel een andere plaats op het eiland kunnen vinden. Het mot maar. Het sterft wel van de muggen en op Ko Samed komt malaria voor, dus een fijne combi.

 

Na een snelle douche gaan we heerlijke tonijnsteak met frietjes en salade eten. Daarna wandelen we naar de volgende baai: meer lichtjes en muziek, maar al wat minder herrie. We zien morgen wel. Ik werk mijn dagboek bij en ga vervolgens lekker lezen. Tegen 10 uur kruip ik de tent in. Eerst 7 muggen vermoorden en vervolgens zweten! Als je heel stil ligt gaat het op den duur wel.

 

Terug naar het begin


Dag 19

 

Gedurende de nacht gaat het wat waaien en dat maakt de temperatuur draaglijker. Om half 4 word ik even wakker omdat ze verderop een dronken bralversie van een housenummer zitten te zingen, maar voor het grootste deel van de tijd dempen de golven de verder geluiden weg. Om half 7 ben ik klaarwakker en ga op het strand, samen met een hond, naar de zonsopgang kijken en wat lezen.

 

Als R. ook wakker en presentabel is gaan we eerst ontbijten en dan op zoek naar een andere accommodatie. De volgende baai hadden we gisteravond al gezien: niks. Die daarna is héél klein, heel rustig en heel leuk, maar de 8 bungalowtjes zijn vol. Een flinke klauterpartij brengt ons naar de volgende baai. Groter, maar wel rustig. De eerste bungalows zijn grauw en viezig, de tweede beter, maar het is belachelijk weinig comfort voor 800 B per nacht. Nieuwjaarsprijzen. We hebben eigenlijk helemaal geen zin meer om verder te kijken dus het moet maar voor 3000 B voor 4 nachten. We sjouwen terug via de hoofdweg (zand en kuilen), pakken onze spullen in en lopen dan door de hitte om half 11 's morgens naar onze nieuwe bestemming.

Onze baai op Ko Samed

Na een cola en een lemon juice is het een kwestie van de rest van de dag luieren, zwemmen, lezen en kijken naar een paar hondjes. Tussen de middag kip met cashewnoten en dan weer verder luieren. Om half 5 nog even de 2 volgende baaien bekeken (respectievelijk druk en bouwactiviteiten) en dan op het strand kijken hoe het donker wordt.

 

Om half 6 komt er stroom, koud douchen, wasje doen, wasje ophangen en dan naar de volgende baai om te eten. We kiezen een menu, maar zowel maaltijdtechnisch als planmatig (eerst sla, dan toetje, dan friet [nog rauw, terug], dan soep, dan kip, dan tweede poging friet) is het geen succes. Om half 9 zijn we terug in onze kamer voor de Wereldomroep. R. veegt een hele grote kakkerlak onze kamer uit, we barricaderen het bed met een klamboe en dan ga ik dagboek schrijven en lezen.

 


Dag 20

 

"Uitgeslapen" tot half 8, ontbeten en dan bij negenen het water in. De rest van de dag veel lezen, kijken hoe een masseuse een Australiër onder handen neemt, noedels eten, weer zwemmen, een wasje doen, luieren, naar de zee kijken en dan is het al weer half 6. Tijd om te douchen, te smeren, te anti-muggen en naar het volgende strand te lopen om te eten en wat rond te shoppen. Half 9 terug in onze kamer. Wereldomroep, dagboek, lezen. Tien uur slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 21

 

De laatste dag van het oude jaar. Het restaurantje naast onze hut is gesloten vanwege geen brood, dus dan maar naar het strand verderop voor pannenkoek en sinaasappelsap. De rest van de ochtend en de middag breng ik op mijn net gekochte 2-persoonsmatje in de schaduw door met een boek van John Grisham. In 1 dag uit. 's Middags doe ik nog mee aan een spelletje strandvoetbal tussen een paar Thais en wat Europeanen.

 

's Avonds gaan we wat later eten dan normaal en ook lekker uitgebreid met gegrilde scampi's, frietjes en salade. Dan een spelletje scrabble bij het buurrestaurant onder het genot van een bananenshake. Om een uur of 11 lopen we naar het grote strand verderop in de veronderstelling dat daar wel leven in de brouwerij zal zijn. Nauwelijks, dus. Een vage band hier, gewoon muziek daar, wat mensen die een zandkasteel met kaarsjes erop maken. Wel leuk om om half 12 's nachts in korte broek en T-shirt langs de zee te banjeren. Twee jaar geleden was het in Nederland -20. Terug naar ons eigen strand en tot 12 uur wat kletsen. Dan "happy new year" wensen en kijken naar wat vuurwerk. Ook op het grote strand verderop is het niet overweldigend veel. Om kwart voor 1 slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 22

 

Uitgeslapen tot 9 uur. We ontbijten zwaar met een enorme bananenpannenkoek en ook nog een fruitsalade. Verder veel lezen en luieren. Om 12 uur doet R. heel stoer de traditionele nieuwjaarsduik. Doetje.

 

's Middags ga ik geld wisselen tegen een schandalige 3½% commissie. Verder wat kijken naar Thais rugby en voetbal op het strand. Het is duidelijk een lang weekend: ons strand is (relatief) vol, vooral met vakantievierende Thais. Op het volgende strand zitten alle resorts vol en staan er overal tentjes langs het strand.

 

Als het donker is en we (koud) gedoucht hebben gaan we eerst op het andere strand eten zoeken, maar als we er niets van ons gading vinden wordt het toch weer gewoon de mama naast ons. Om een uur of 9 ga ik terug naar onze hut, waar de beheerder me de rekening voor 4 nachten komt presenteren. Als ik net slaap bonst R. op de deur die ik per ongeluk op slot heb gedaan.

 

Terug naar het begin


Dag 23

 

Het eind van onze strandsessie. Om half 7 ben ik klaarwakker en ga op het strand samen met een klein hondje kijken hoe de zon opkomt. vervolgens lezen tot R. ook wakker is en dan stevig ontbijten bij mama met jus, bananenpannenkoeken en fruitsalade. De rugzakken pakken we strak in: er is nog maar weinig schoon en nodig en dat gaat bovenop.

 

Bij tienen lopen we naar het volgende strand, waar we -tegen bijbetaling- de rechtstreekse boot naar Ban Phe kunnen nemen. We varen langs alle baaien en stranden en kunnen nu mooi de verschillen zien tussen de rustiger stranden zoals dat van ons, Ao Cho en Ao Nuang, en de Torremolinos-stranden.

 

Om bij twaalven hebben we weer vaste grond onder de voeten. Na lang wachten in een rij bemachtigt R. kaartjes voor de bus van half 2 naar Bangkok: de eerdere 3 bussen zitten allemaal al helemaal dichtgemetseld. We eten eerst maar een bak noedelsoep, daarna mag R. koffie en ga ik de winkelgalerij bij de pier bekijken. Heel veel shit en dan ook nog hele lelijke shit en verder veel gedroogde vis en bijbehorende geuren. Laat maar...

 

De bus heeft vertraging, maar om 2 uur vertrekken we dan eindelijk. Onderweg nog een onduidelijke stop en een tankstop (met draaiende motor en rokende chauffeur) en dan zijn we om even half 6 terug in Bangkok. De eerste taxi-meter wil ons voor 300 B (zonder meter) wel naar Trang vervoeren, dus stappen we in een andere taxi, er staan er hier meer dan genoeg. Deze chauffeur zet zonder mankeren de meter aan en zo staan we iets over zessen 100 B lichter bij Trang.

 

We hebben een mooie kamer in het nieuwe gedeelte en de warme douche is er-rug lekker na 4 dagen koud water. We lopen naar Pannee voor eten en vooral heel veel drinken. Dan nog even e-mailen, over Kao San Road en terug naar het hotel om de Bangkok Post te lezen. Terug op de kamer dagboek schrijven en lezen. Om half 11 slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 24

 

De laatste (lange) dag. We vliegen pas om 2 uur 's nachts, dus we moeten eerst op zo aangenaam mogelijke wijze de dag doorkomen. Dat begint met heerlijk slapen onder een echte deken tot bij negenen. Dan lekker warm douchen, gevolgd door uitgebreid ontbijten met sap, veel toast, ei, worst, ham en heel veel fruit. Het is bij de prijs inbegrepen, dus gaan!! Dan rustig inpakken. Het lijkt wel of de rugzakken steeds leger worden, terwijl ik toch een licht doch volumineus strandmatje gekocht heb. De airporttax blijkt in 2 jaar verdubbeld te zijn tot 500 B p.p. dus het motto voor vandaag is: zuinigheid met vlijt.

 

We laten onze rugzakken achter in Trang en lopen naar de bushalte van de airconditioned buslijnen 3 en 9 voor de bus naar de Weekend Market. Na een minuutje of 20 rijden verschijnt er links iets dat druk en markt aandoet. De Weekend Market is een enorme verzameling stalletjes waar ze van alles verkopen van schoenen tot planten en van heel lelijk kristal tot gedroogde vis. We kopen een katapult voor een vriendin en wat kleine porseleinen beestjes en drinken wat. Het leukst is gewoon mensen kijken.

 

Na 1½ uur zijn we wel uitgewinkeld en nemen we aircon bus 10 naar de dierentuin. Voor slechts 30 B p.p. mogen we erin. Het valt -voor een dierentuin in een ontwikkelingsland- niet tegen: de meeste dieren hebben grote kooien/bakken. Het grootste nadeel is dat auto's ook toegelaten worden, dat leren ze nog wel af. Het is goed druk. Heel veel ouders met kinderen zoals overal ter wereld in dierentuinen. We kijken wat beesten en gaan dan aan de centrale waterfietsvijver eten: 2x kleefrijst, papayasalade, kip, 2x drinken voor 93 B in totaal. Na het eten zoeken we een plekje in de schaduw om een paar uur te lezen. Halverwege ondergaat R. een interview door 2 Thaise studenten en ontvangt als dank voor de medewerking van misschien 3 minuten een allerschattigst adresboekje.

 

Half 5 komen we weer in beweging. Net buiten de poort hebben ze felgele plastic olifanten vol met bellenblaas: verkocht! We lopen even langs het hotel en dan naar Pannee voor veel drinken en (in mijn geval) weinig eten. Ik voel me niet echt jofel en moet in fikse pas terug naar het hotel omdat ze daar tenminste een zit-w.c. hebben. Het zweet gutst van me af, dus ik besluit maar heel rustig te gaan liggen lezen aan de rand van het zwembad terwijl R. met onze resterende bahts naar Kao San Road vertrekt. Na een uur komt hij terug met wat te drinken en een ketting voor mij en 46 B over.

Ik lees mijn boek uit terwijl R. zich scheert en doucht. Dan is het mijn beurt. Lange broek, blouse, trui en sokken uit de rugzak; T-shirtje, korte broek en Teva's erin. Nu zit er helemaal niets meer in.

 

Om kwart over 10 zijn we helemaal klaar en roept een allerbehulpzaamste jongen van het hotel het busje voor ons vervoer naar de luchthaven. Daar zijn we om kwart over 11, net voor de grote horde uit. We gaan door de douane, ik bel ma en we kijken even bij een boekenwinkeltje. Dan is het een kwestie van wachten. We geven nog 40 van de 46 B uit aan thee en frietjes, poetsen onze tanden en gaan dan om bij enen naar de wachtruimte. Om 2 uur mogen we het vliegtuig in.

 

Terug naar het begin


Dag 25

 

We pluggen zo snel mogelijk onze oordoppen in, nemen een slaappilletje en gaan dan onder zeil. Om half 10 (half 4 Nederlandse tijd) ben ik weer wakker. Ik kijk nog naar 2 films met veel geknok (daar zijn Chinezen geloof ik dol op), eet een ontbijt van noedels met spinazie en dan is het een kwestie van wachten. Om 10 over 8 landen we met veel wind en door laaghangende regenwolken op de Zwanenburgbaan. We staan niet aan een gate, maar worden met bussen opgehaald, dus dat duurt allemaal wat langer. Om 10 voor 10 zijn de rugzakken er ook en kunnen we met de taxi naar huis.

 

Terug naar het begin

 

Terug naar de Thailandpagina

 

 

Voor reacties (anti-spam: verwijder XX uit adres)

 

Terug naar de homepage